Onderwijs

Iedereen is andersOns huidige onderwijs stelt hoge eisen maar faciliteert leerlingen niet of nauwelijks bij het tegemoetkomen aan de enorme prestatiedruk waaraan zij worden blootgesteld.
Om iets te leren moeten er bepaalde basisfuncties aanwezig zijn om het leerproces mogelijk te maken.
Ons onderwijs gaat ervan uit dat met het bereiken van een bepaalde leeftijd dat vanzelfsprekend het geval is en stelt leeftijd gelijk aan ontwikkelingsniveau. Echter, leren is iets compleet subjectiefs en dus werkt het voor iedereen anders.

Leren is het aanmaken van nieuwe verbindingen (het kwartje valt), het verstevigen van reeds bestaande verbindingen (automatiseren) of het afbreken van verbindingen in onze hersenen (vergeten). En dat doen we allemaal op onze eigen unieke manier. In ons onderwijs is er echter maar één systeem en dat systeem geldt voor iedereen.
Onze natuurlijke scheppingsdrang, onze creativiteit – iets maken en creëren – wordt daarbij volledig buiten spel gezet. En juist deze creativiteit is nodig bij het kunnen begrijpen en leren van iets nieuws.

Wat nodig is om te leren maar niet in ons onderwijs past

Het is niet verwonderlijk dat er zo buitengewoon veel leerlingen het niet zonder hulp redden op school.

Combineren, onze creativiteit gebruiken voor het maken van originele combinaties, wordt teniet gedaan door het puur gescheiden houden van alle vakken. terwijl de verbanden tussen bijvoorbeeld wiskunde en muziek of biologie en tekenen gemakkelijk te leggen zijn.

Voor ieder vraagstuk is er maar één juist antwoord. Een creatieve benadering die met goed onderbouwde argumenten ook een oplossing kan bieden, is bij voorbaat uitgesloten. In het dagelijks leven ervaren we echter dat er meerdere oplossingen voor problemen bestaan.

Met de diversiteit in persoonlijke manieren van leren wordt geen rekening gehouden. Een nieuw begrip begrijpen of onthouden werkt voor iedereen anders. De één onthoudt beter aan de hand van een afbeelding terwijl de ander het na een mondelinge uitleg gelijk duidelijk is wat er bedoeld wordt en weer een ander toch liever nog even de schriftelijke informatie naleest in zijn eigen tempo.
Op school is er voor iedereen hetzelfde boek en dient iedereen zich in hetzelfde tempo de stof eigen te maken.

OnderzoekenOntdekken, uitvinden, onderzoeken, iets slopen zijn zaken waar op school ook geen ruimte voor is. Iets interessant maken door iets zelf te moeten ontdekken, uitvinden, zoals op het volgende level van een videogame komen, of naar buiten gaan en aan de hand van wat je ziet de wiskundige figuren om je heen ontwaren, gebeurt in het onderwijs niet.
Leren doe je door ál je zintuigen te gebruiken én te prikkelen. Op school is echter je gehoor bijna uitsluitend van belang.

Talenten en capaciteiten die je van nature bezit worden niet aangewend om iets nieuws mee te leren. Als sport je ding is of je kunt goed tekenen of je hebt een enorm zangtalent, dan kun je deze vaardigheden heel goed gebruiken bij het leren. Deze en vele andere talenten worden van weinig of geen belang geacht op school.

In de klas behoor je stil te zitten en stil te zijn. Voor jonge kinderen zijn beide bijzonder tegennatuurlijk maar ook op latere leeftijd werkt urenlang stilzitten niet bevorderlijk voor de opname van nieuwe informatie. De reden dat de leerlingen en niet de docenten van lokaal wisselen, wat vaak een onplezierig gedrang op de gangen met zich meebrengt, is omdat dit, op een paar korte pauzes na, de enige lichamelijke beweging is die leerlingen tijdens schooltijd kunnen hebben.
Ook de mondelinge instructies van de docenten stilzwijgend aanhoren, vaak in de vorm van een langdurig monoloog, maakt het lastig voor velen om zich te blijven concentreren. Niet voor niets zijn bevlogen docenten, die boeiend en dus vooral beeldend kunnen vertellen, favoriet bij leerlingen.

Tijdig signaleren voorkomt problemen voor nu en later

School legt de nadruk op en rekent af op cijfers. Echter, de tijd om te leren van je fouten krijg je niet. Buiten dat leerlingen vaak de toetsen niet terug krijgen maar alleen horen welk cijfer ze hebben, worden proefwerken ook nog eens zelden goed nabesproken. Als je niet weet welke fouten je hebt gemaakt, wordt leren van je fouten dus wel erg lastig. De enige optie die rest is dan nóg meer je best te doen om geen fouten te maken. Alleen meer dezelfde inspanningen leveren, geven vaak niet de gewenste betere resultaten.

Niet verwonderlijk dat veel leerlingen bijvoorbeeld faalangst ontwikkelen, niet kunnen automatiseren, met veel tegenzin aan hun huiswerk beginnen, achter raken bij één of meerdere vakken, gedemotiveerd of zelfs depressief raken, heel veel inspanningen doen maar geen betere resultaten behalen, het tempo niet kunnen bijhouden, de lolbroek gaan uithangen in de klas, de druk niet aan kunnen en zelfs fysieke klachten kunnen ontwikkelen.
Sommige leerlingen groeien erover heen, leren hoe zij met tegenslagen moeten omgaan en vinden zelf oplossingen voor hun problemen.

Bij anderen, als de problemen niet tijdig worden ontdekt en onderkent, zodat bijgestuurd of hulp ingeroepen kan worden, kan het verlies aan zelfvertrouwen dat gedurende de schoolperiode is opgelopen, voor de rest van hun leven zijn sporen nalaten.

Voorbeeldigleren helpt leerlingen bij zichzelf te blijven en hun zelfvertrouwen weer te herstellen door hen te laten werken met die onmetelijke potentie die een ieder al bezit maar die niet in ons onderwijs wordt aangesproken.